Tijdens deze lezing staat de interactie tussen beeldend kunstenaar en componist centraal. Aan de hand van vier voorbeelden uit de twintigste eeuw wordt toegelicht hoe beeldend kunstenaars en componisten samenwerken, dan wel dat er sprake is van zodanige zielsverwantschap dat er parallellen in het werk van kunstenaar en componist te ontdekken zijn.
U ziet en hoort hoe een beeldend kunstenaar en een componist elk in hun eigen discipline de abstractie zoeken en op latere leeftijd beiden weer enigszins terugkeren naar de figuratie/de tonaliteit.
U ziet een paard ballet dansen, op muziek van een beroemd componist, in een decor van een zo mogelijk nog beroemder beeldend kunstenaar. U ziet schilderijen waar het plezier in het goede leven van af spat èn de zoektocht van een schilder die alles behalve dat op doek wilde zetten.
Kortom, ontroerende, mooie, interessante en grappige momenten wisselen elkaar af in deze lezing waarbij onder andere Pablo Picasso, Arnold Schönberg en Mark Rothko voorbij komen.
Over deze lezing in het Haags Gemeentemuseum schreef David Vriesendorp:
Pracht lezing. Hulde. Ik genoot.
Over dezelfde voordracht voor de Kunstkring Krimpen schreef Hadewey Buitenwerf:
Je hebt ons een groot plezier gedaan met je lezing.
Ook geïnteresseerd in deze lezing? Neem dan contact met mij op.
Afbeelding: Wassily Kandinsky (1866-1944), Impressie III (Concert), 1911.