“Een bloem geschapen door twee kunsten…” (Victor Hugo).
Beeldend kunstenaars lieten zich door muziek inspireren en componisten door beeldende kunst. Dat gebeurde veel vanaf de Romantiek. Soms was een specifiek muziekstuk of kunstwerk de aanleiding, soms gaven schilders ook in algemene zin hun voorstelling van muziek weer. Victor Hugo noemde deze wederzijdse beïnvloeding van de verschillende disciplines in de kunst: “Een bloem door twee kunsten geschapen”.
Een van die “bloemen door twee kunsten geschapen” ziet u hier. De in Parijs gevestigde Oost-Boheemse schilder Frantisek Kupkå (1871-1957) schildert een pianist die de toetsen beroert. Die toetsen zweven weg, het landschap in. Via een bootje en kleurige bloemen of struiken zien we ze terug in de verticalen van de bomen. U hoort er in de lezing muziek bij van een andere, ook in Parijs gevestigde Oost-Europese componist.
U ziet in deze lezing werk van onder andere Michelangelo, Arnold Böcklin, James Ensor en Henri Fantin-Latour. Met een ballet op basis van een schilderij wordt muziek van Moessorgski verlevendigd. Voorts hoort u muziek van onder meer Wagner, Liszt en Rachmaninoff. U krijgt boeiende verhalen te horen over de inspiratie die de beeldend kunstenaars en componisten bij elkaar vonden en daardoor ook een verklaring waarom dat vanaf de Romantiek zo was en eerder niet of nauwelijks.
Geïnteresseerd in deze lezing? Neem dan contact met mij op.
Afbeelding: Frantisek Kupkå (1871-1957), Pianotoetsen/Meer, 1909.